Oud nieuws

De jeugd is niet geïnteresseerd in geschiedenis. Ook niet in de natuur trouwens. Zoveel wordt mij al snel duidelijk als ik zondag 21 april aankom bij het torentje van Zonhove.

Vanaf dit verzamelpunt organiseren het IVN en de Heemkundekring op die dag een wandeling voor belangstellenden over het parkachtige terrein van Zonhove. Het ongeveer veertig koppige gezelschap aanschouwend, concludeer ik dat ik van de aanwezigen het verst verwijderd ben van mijn pensioendatum, zoniet de enige ben die nog niet geniet van de AOW. Wel een gemiste kans voor de jeugd overigens, want het is een interessante rondleiding. Ook onze buurtgenoot Bas loopt mee en als “hovenier van Zonhove” , weet hij natuurlijk veel over Zonhove te vertellen.

Het verhaal van Zonhove is lang, veel te lang voor een kort verhaal. En het is geen nieuws, maar oud nieuws, ofwel geschiedenis. Voor mij was het wel allemaal nieuw wat ik hoorde. Zoals het verhaal over hoe het begon in 1914 met de komst van de Cellebroeders of Alexianen (zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Alexianen) vanuit België. Cellebroeders hielden zich eeuwenlang bezig met de opvang en verzorging van pestlijders. Met het verdwijnen van de pest gingen ze zich richten op verzorging van “zenuwlijders”.

Dankzij een notabele uit Son, kwamen de Alexianen in Nederland hier terecht, terwijl ze initieel Bergeijk op het oog hadden. Hij had hen gewezen op de goede bereikbaarheid vanwege de tramlijn door Son, de mooie omgeving en de gezonde lucht in ons dorp. Zo kwam het dat in 1915 het klooster der Alexianen hier geopend werd. Destijds heette het nog geen Zonhove; die naam kwam pas in 1957 nadat een prijsvraag was uitgeschreven.

Al snel na de opening bleek dat er onvoldoende zenuwlijders geplaatst werden en vanaf 1920 gingen de broeders tbc-behandeling erbij doen. Van heinde en ver kwamen patiënten naar het senatorium in Son om te genezen van tuberculose. Daartoe werden een groot aantal draaibare loggia’s (“strandhuisjes”) op het terrein gebouwd, waarin de patiënten overdag in de buitenlucht en in de zon, konden verblijven. Buitenlucht was belangrijk voor de genezing.

In 1929 werd bij het hoofdgebouw een kapel gebouwd, op aanraden van de Sonse pastoor. Vanwege hun omgang met patiënten met besmettelijke ziektes, wilde in de kerk niemand naast de Cellebroeders zitten. De pastoor zag hierin een mooie oplossing voor dit probleem. Overigens is het torentje van de kapel het enige dat is overgebleven van het oude complex, zoals het tot circa 1980 bestond.

Na de oorlog kwamen ook hier medicijnen tegen tbc en liep het aantal patiënten in korte tijd sterk terug. Besloten werd ook zwakzinnige en moeilijk opvoedbare jongens op te gaan nemen. Dat bleek al snel niet zo’n slimme zet. Er werden namelijk ook criminelen en psychopaten geplaatst en dat werd de Cellebroeders te veel. Er werd gezocht naar een gepaste manier om afstand te doen van het senatorium. Daartoe werd eind jaren vijftig de katholieke St-Nicolaasstichting opgericht die de complete instelling overnam.

Rond 1970 werd de Emiliusschool opgericht door directeur Sporenberg . Hier krijgen leerlingen met (ernstige), meervoudige beperkingen onderwijs in kleine groepjes. Dit soort scholen zijn er maar een paar in Nederland en dat is de reden waarom je elke ochtend en middag busjes met leerlingen af en aan ziet rijden. Pas vanaf 1972 waren ook meisjes welkom.

Het circa elf hectare grote terrein heeft een interessante geschiedenis. Daarover is nog zoveel meer te vertellen. Net als over het Zonhove van vandaag de dag. De rondleiding brengt immers nog veel meer feitjes en wetenswaardigheden aan het licht. Over het dag-activiteiten-centrum “de Schalm” bijvoorbeeld, waar door de bewoners onder andere mooie hebbedingetjes gemaakt worden voor Kado & Zo, het cadeauwinkeltje op het Raadhuisplein. Of over het Nell Boschpad, vernoemd naar Nell bij haar afscheid na 40 jaar werken bij Zonhove.

Via de Brabantse zandrug, waarvan een deel over het terrein loopt, het bruggetje over de smalle, ondiepe Grote Beek , het oorlogsmonument en de kinderboerderij komen we tenslotte uit bij de Komeet. Daar worden we nog getrakteerd op mooie dia’s uit een ver verleden. Dan is de rondleiding voorbij en wachten buiten de voorjaarszon en het moderne, hectische 2013. Klaar om verder te gaan met het beleven van de geschiedenis van de toekomst.

Gehurterbijschrijver

Scroll naar boven