Vanuit mijn slaapkamerraam kijk ik over het terrein van Zonhove. Het ligt er vredig bij.
Als ik verder kijk wordt het dorpse karakter aan de einder ruw verstoord door de hoogbouw van het nieuwe “bejaardenhuis”. Ongetwijfeld heeft de bedenker ervan een hippere naam voorzien voor het pand waar bejaarde mensen wonen. Mijn oma woonde jarenlang in het oude bejaardenhuis. Toen waren mensen op hun vijfenzestigste bejaard. Tegenwoordig is iedereen zo jong als hij of zij zich voelt. Wie er ook woont en hoe modern het er allemaal aan toe gaat, voor mij blijft het vooral een gebouw dat te hoog is in vergelijking met de omliggende bebouwing.
Toen lag ineens die brief op de deurmat. Een “uitnodiging infobijeenkomst nieuwbouw Zonhove”. Nieuwbouw? Ik was benieuwd wat en waar ze wilden gaan bouwen. En vooral hoe hoog natuurlijk. Ik vreesde dat turen door mijn slaapkamerraam een andere beleving zou worden. Minder gelukzalig.
Klokslag zeven uur zitten tientallen omwonenden van Zonhove met een kopje koffie of thee en een plakje cake in d’n Tref klaar om de bouwplannen aan te horen. Het zijn veelal “Gehurterbij-ers”. Er komen twee dames naar voren. Yvonne en Irene als ik het goed onthouden heb. Yvonne werkt voor SWZ als manager. Irene gaat over het vastgoed. Yvonne begint. Er is een visie. En er zijn kaders. Binnen die kaders moet het gebeuren. Alles is nog in een vroeg stadium, zo wil ze ons doen geloven. Er komen mooie plaatjes voorbij. Ook minder mooie plaatjes. Van bruine tegeltjes en omvergereden paaltjes. In Jip-en-Janneke-taal vertelt ze dat het allemaal zo’n beetje versleten is. Dat er bijna geen plaats is in de keukentjes door de komst van de magnetron. De magnetron is er om de maaltijden op te warmen. Waar heb je dan de rest van de keuken nog voor nodig vraag ik me af. De deuren zijn te smal. Het sanitair gedateerd. De klaagzang gaat nog even door. Conclusie is dat de cliënten nieuwe huisjes nodig hebben. Huisjes van deze tijd. Daar is iedereen het mee eens. Nonchalant meldt ze dat er tot tien verdiepingen hoog mag gebouwd worden. Maar dat wil ze niet.
Dan mag Irene haar verhaal vertellen. Irene is goed voorbereid. Er komen nog meer plaatjes. Tekeningen van adviseurs. De beek is gekozen als rode draad. De beek is nu nog een beetje onzichtbaar. Voor de natuur lijkt me dat de perfecte situatie. En daarmee voor de mens. Dat je niet alles ziet maakt het juist spannend. Maar op de plaatjes is de beek verworden tot het middelpunt van alles. Liefst van begin tot eind moet de beek overal zichtbaar zijn. Om de beek heen worden de nieuwe huizen gebouwd. Misschien wel tweelaags. Dat is nodig omdat de huisjes groter moeten worden. Maar ze wil niet alleen nieuwe wooneenheden. Ze wil dat alles tegen de vlakte gaat en opnieuw wordt opgebouwd. Zo gaat dat blijkbaar altijd in de gezondheidszorg. Daar worden gebouwen voor 40 jaar gebouwd. Of vijftig. Deze staan er pas dertig jaar. Auto’s zijn terecht niet gewenst op Zonhove. Maar toch zijn ze er. Ze zullen er na de nieuwbouw ook zijn. Het idee is een soort ringweg om de bebouwing heen. Daar kan geparkeerd worden. Onze tuinen komen dan aan de ringweg. Daar zit natuurlijk niemand op te wachten. Evenmin als op hoogbouw. Irene merkt wel dat haar toehoorders niet direct heel warm lopen voor haar bouwplannen. Mensen houden niet van verandering. Ook niet de mensen van Gehurterbij. Maar het gaat toch gebeuren, zo verzekert ze ons. Haar stem klinkt wat gespannen. Ze neemt een slokje water.
De presentatie van Irene gaat naadloos over in het vragenrondje. Er wordt nog maar eens op gehamerd dat het hier alleen nog maar een visie betreft en dat nog niets vast ligt. Maar ze vertelt ook dat ze wil doorpakken. Ze wil snel aan de slag. De centjes branden in haar zakken. Het zou me niet verbazen als ze een deel van het geld terug moet geven aan het Rijk als ze het niet opmaakt. Herman vraagt naar haar saldo. Hij doet een voorzetje met vijftig miljoen. Zoveel is het niet volgens Irene. Maar wel meer dan een paar miljoen. Dat denk ik ook. Herman zal er vast niet zo ver naast zitten. Irene mag dat natuurlijk niet aan de grote klok hangen. Hans en John doen er nog een schepje bovenop. Ze vragen zich hardop af of het in deze tijd wel verantwoord is om zoveel geld te stoppen in nieuwbouw als de bestaande bouw nog “best een tijdje mee lijkt te kunnen”. Irma heeft haar bedenkingen bij de veiligheid met al dat water. Jos wil graag beveiligingscamera’s. Of in elk geval alvast de kabels daarvoor in de grond. Ik vraag me af of je al dat geld niet beter kunt besteden aan zorg en lekker eten ipv stenen en een magnetron. Maar ik denk dat Irene niet zoveel kan met mijn vraag. Het betreft immers verschillende geldstromen. Dus ik zwijg.
We komen er vanavond niet uit, zoveel is wel duidelijk. Maar ik denk dat de SWZ er zelf al wel uit is. De visie is natuurlijk al veel meer dan alleen een visie. Er wordt ons beloofd dat we op de hoogte gehouden worden. En dat we onze mening mogen geven. Dat geloof ik graag. Maar of we echt invloed krijgen als buurtbewoners? Ik fiets naar huis en geniet nog maar eens van het knusse Zonhove, met al haar verschillende bouwstijlen en de vele bomen en struiken waarachter de beek zich stilletjes en soms onzichtbaar een weg baant door het terrein.
Gehurterbijschrijver